29. Bleven in Junij en Julij 45 T) T) r> T) n T) n r> 14 9 3 ling der 3de klasse, die reeds in September met goed gevolg het admissie-examen had afgelegd. Ook vertrokken met 1 Junij de beide leerlingen der 4de klasse, die kort daarop eveneens met goed gevolg zich aan het admissie-examen onderwierpen, leerlingenwaarvan in de 1ste klasse 19 2de 3de 5de 45 Een leerling in Julij 1876 tot de 4de klasse toegelaten onder wierp zich in September daaraanvolgende met goed gevolg aan het admissie-examen en werd student. Twee leerlingenin Julij des vorigen jaars bevorderd tot de 3de klassededen in September daaraanvolgende het academisch admissie-examenbeiden werden toegelaten. Een hunner verliet gelijk gezegdhet gymnasium met 1 Junijde ander werd in Julij tot de 4de klasse toegelaten. In Junij 1877 onderwierpen zich aan het admissie-examen: een leerling der 2de klasse die werd toegelaten drie leerlingen der 3de klasse; één hunner, die met 1 Maart onze instelling verlaten had, slaagde; één werd afgewezen; de derde trok zich gedurende het examen terug en hoopt het in September op nieuw te beproeven; de beide leerlingen der 4de klasse, die werden toegelaten. Aan de drie leerlingen der hoogste klasse werd na afgelegd eindexamen het getuigschrift, bedoeld in art. 1 van het besluit van 4 Augustus 1853 (Staatsblad nn. 31), toegekend. De medegedeelde cijfers en uitkomsten bevestigen naar wij meenen al hetgeen in het vorig verslag in het midden werd gebragt omtrent de ongunstige werking der begeerte omvoor bereid of onvoorbereidaan de hoogeschool te komenop den bloei van het gymnasium. De tijd van overgang, dien wij te gemoet gaan, alvorens de wet op het hooger onderwijs volledig

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 303