Dr. Salvebda, die in ons midden de plaats innam, openge vallen door het overlijden van den heer Obeeen, werd in de gewone vergadering van September geïnstalleerd. Volgens de artt. 10 en 12 en art. 2 der Overgangsbepalingen van de Organieke Verordening n°. 391, traden de leden van Meeebeke, de Pinto en Salvebda met 1 October af. Zij werden allen herbenoemd. De wet van den 28sten April 1876 (Staatsblad n°. 102) tot regeling van het hooger onderwijskrachtens Koninklijk Besluit van 6 Mei 1877 (Staatsblad n°. 101), op 1 October 11. in werking getredenlegt in art. 26 aan het college van Curatoren bij elk gymnasium de verpligting opom jaarlijks vóór 1 Maart aan den gemeenteraad een beredeneerd verslag omtrent den toestand van het gymnasium in het vorig jaar te doen. Het verslag, dat wij de eer hadden onder dagteekening van 31 Augustus 11. aan Uwe vergadering in te dienenloopt over den staat van het Gymnasium gedurende het schooljaar 187677. Onze tegenwoordige taak is derhalve beperkt tot een verslag dat de vier laatste maanden van het afgeloopen jaar omvat. Hetgeen wij dienaangaande hebben te berigten is uit den aard der zaak vatbaar om, in aansluiting aan ons laatste rap port, beknopt te worden medegedeeld. Bijlage 50. VERSLAG van Curatoren van het Gymnasium omtrent den toestand van het Gymnasium in 1877. College van Cukatoeen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 306