41. ij I het Zieken de over die van en J. H. Witsenborg. De gegevens, waarop zij zich tot staving van het nut der verbetering beriepen, waren uit den aard der zaak zeer onvolledig. Twee voorbeelden werden in cijfers bijge- bragt, om aan te toonen, welke kosten voor ’s Gravenhage zouden worden bespaard, wanneer de overlading te Delft kon worden vermeden. De Kamer heeft eene poging in het werk gesteld, om deze gegevens zoo volledig mogelijk te makenen besteedde een groot deel van het verhoogd subsidie aan de zamenstelling eener statistiek van invoer per waterweg. De gegevens daarvoor werden haar door het Gemeentebestuur welwillend afgestaan. De registers van den havenmeester bevatten de volledige opgave van alleswat in ’s Gravenhage wordt ingevoerd per schuiten wel langs de drie kantoren aan Beeklaan en de Boschbrug. In 1877 waren die registers over 1876 niet disponibel, doch 1875 mogt de Kamer tijdelijk beschikken. De uitkomsten der daaruit opgemaakte statistiek zijn opgenomen in de tabel, die als bijlage A aan dit verslag is toegevoegd. Het zal niet moeijelijk vallen, bij benadering uit deze tabel die scheepvaartbeweging voor de eerstvolgende jaren af te leidenindien men de toeneming der bevolking en eenige andere omstandighedenzoo als de uitbreiding der gemeente (aan gebouwde perceelen)de uitbreiding der gasfabriek en het daardoor vermeerderd gebruik van kolen in het oog houdt. Men zal dan voor die jaren eene berekening kunnen maken, in den geest als diewelke door de Afdeeling van Fabrieks- en Handwerksnij verheid werd gemaakt in 1871. Daarbij werd aan genomen, dat de kosten van overlading te Delft voor 3.600 hectoliter kolen op f 200 komenen het jaarlijksch verbruik in 1871 op 720.000 hectoliter stellende, kwam men tot een besparing van f 40,000, wanneer de overlading te Delft verviel. Uit de nu opgemaakte statistiek volgtdat die besparing over de gansehe te water ingevoerde hoeveelheid van 47.030 scheeps- ton steenkolen zeer aanzienlijk is. Dit bedrag is niet met

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 370