41. I de visscherij en den vischhandel 34,868,000 stuks, 4,000,000 46,615 ton. daarbij het leven. Door storm en andere omstandigheden vonden nog 6 man hiln graf in de golven. De bekende aanvoeren der haringvisscherij zijn aan steurharing geschonden haring pekelharing Van een en ander werd besomd ƒ1,400,000. De prijzen waren algemeen lager dan in 1876. De hoogste en laagste prijzen waren voor 1000 stuks steurharing ƒ34.en f 10. de ton pekelharing. - 28.— -14. Van de versche visch kanuit hoofde van hare uiteenloopende qualiteitgeen prijs worden opgegeven. Deze was echter hooger dan in het voorgaande jaar. Belangrijke hoeveelheden versche visch werden weder van het Nieuwedicp en een aantal andere binnenlandsche visschers- plaatsen aangebragt. Engeland leverde veel schol voor de droo- gerijen en veel haring voor de rookerijen. Aanzienlijke hoeveel heden tong werden derwaarts uitgevoerd. Noorwegen leverde ook dit jaar geen haring. Behalve Engeland waren België en Duitsch- land de grootste afnemers. De inslag van zout voor bedroeg 4,745,965 kilogram. De handel in bokking was bevredigendin pekelharing minder voordeelig; in versche visch vrij levendig. De aanhoudende uitbreiding der visschersvloot doet de be hoefte aan matrozen evenredig toenemen. Door aanwerving uit andere visschersplaatsen kon slechts ten deele in die behoefte worden voorzien. Willekeurige verbreking van behoorlijk aan gegane verbindtenissen was hiervan niet zelden het gevolg, waar de schaarschte van personeel tot het uitloven van hooger loon aandreef. Wenschelijk ware het ook in dit opzigt, dat de Minister van Justitie gevolg gaf aan het voornemen van zijn ambtsvoorganger, om de wet van 7 Mei 1856 (Staatsblad 32), omtrent de huishouding en tucht op de koopvaardijschepen,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 385