42.
industrie te Haarlem, als een blijk van belangstelling, door
deze Afdeeling f 100 beschikbaar gesteld.
Aan de orde kwam de afschaffing der Patentbelastingdoch
van het Hoofdbestuur kennis ontvangen hebbende, dat het een
adres aan Z. M. den Koning en aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal had gerigt, werd deze quaestie voorloopig niet
verder behandeld.
Betreffende de wet tegen den namaak van fabriekmerken
werd besloten, zoodra het wetsontwerp, bij de Regering in
bewerking, zal zijn verschenen, door deze Afdeeling eene Com
missie te benoemen om daarover rapport uit te brengen.
Vervolgens werd eene Commissie benoemdbestaande uit de
Heeren Mr. G. Belinfante, Dr. L. Muldeb, J. J. van Coe-
vebden en Dr. C. P. Pous Koolhaas tot onderzoek en
rapport van eenige door den Minister van Justitie gestelde
vraagpunten, betreffende de vaststelling van wettelijke bepa
lingen omtrent den arbeid van kinderenjongelieden en
vrouwen, bij eene eventuele uitbreiding der wet van den 19den
September 1874 (Staatsblad n°. 130).
Door genoemde Commissie werd een zeer zaakrijk en uit
voerig rapport op de elf gestelde vraagpunten uitgebragtwelk
rapport is gedrukt en hierbij wordt gevoegd.
Door het Hoofdbestuur dezer Vereeniging uitgenoodigd zijnde
tot het doen eener aanbeveling van drie personen, ter voor
ziening eener vacature in het Hoofdbestuur, veroorzaakt door
het aftreden van den heer Mr. D. J. Baron Mackay, wegens
vertrek naar buiten ’slands, werden door de Afdeeling op het
drietal geplaatst, de heeren Mr. E. H. ’sJacob, J. J. van
Keekwijk en Mr. H. M. van Andel.
Voor de punten van beschrijving voor de Algemeene verga
dering, werd door deze Afdeeling, ter verkrijging eener betere
regeling van den arbeid in de gevangenissen, ten opzigte van
de particuliere nijverheidhet navolgende ter behandeling
vastgesteld
Hoe moet de arbeid in de gevangenissen geregeld worden
opdat de zedelijke noodzakelijkheid om de gevangenen in de