ML
„gelegenheid te stellen nuttigen arbeid te verrigten, niet strijde
„met de belangen en regten der bijzondere industrie.”
Tot afgevaardigden ter algemeene vergadering werden be
noemd de heeren P. F. W. Mouton en G. P. Grandia.
Vervolgens kwam aan de orde de bespreking van de wen-
schelijkheid eener Haven te Schev eningenin verband met de
aanvraag om concessie tot het maken van zoodanige haven,
door de Heeren Landry en Mouton, en het vooraf leveren
van de daartoe noodige plannen.
Op deze vergadering, die druk bezocht werd, was men al
gemeen van gevoelen, dat eene haven te Scheveningen thans
als onmisbaar was te beschouwen. Niet alleen in het belang
en voor de toekomst van Scheveningen, maar ook om de voor-
deelen die zij zou afwerpen voor ’s Gravenhage en ter bevor
dering van de welvaart der Residentiediebij hare toenemende
bevolking behoefte had aan nieuwe bronnen van bestaan; en
nu zich zulk eene gelegenheid aanbood, moest men die met
beide handen aangrijpen en krachtig ondersteunen. In de eerste
plaats wees men op het artikel steenkolen, dat men het brood
der nijverheid kan noemen en zonder hetwelk de industrie niet
kan bestaan. Het is van het grootste belang, dat men de steen
kolen hier direct van Engeland zou kunnen krijgendie nu
zoo als andere stukgoederen, over Delft moeten overgeladen en
gevlet worden, waarmede veel tijd en groote kosten gepaard
gaan. Scheveningen is toch het digtste punt tusschen onze en
de Engelsche kust. De overtogt naar Lowestoft zou slechts 8
uren vereischen. Ook voor personenvervoer was de geprojec
teerde haven gunstig gelegen en alzoo van groot belang voor
Scheveningen als badplaats. Het zou ook voor Engeland de
kortste weg zijn naar Belgie Duitschland en de Noordzeehavens
hetgeen voor den aanvoer van granen en hout van groot belang
te achten is. Voor de houthandelaars en scheepstimmerwerven
zou het van niet minder belang zijnindien men het Noordsche
en Amerikaansche hout regtstreeks hier zou kunnen ontvangen,
daar de transportkosten énorm zijn, wanneer schepen met hout
te Nieuwediep, te IJmuiden of andere zeehavens binnenkropen.
a