46 Evenals in het vorig verslag is het ons aangenaam te kunnen mededeelen, dat de gezondheidstoestand in 1877 over het algemeen zeer gunstig was en er geen epidemie heeft geheerscht. Omtrent sporadisch voorkomende gevallen van be smettelijke ziekten werd ingevolge de bepalingen der wet van 4 December 1872 (Staatsblad n°. 134) aangifte gedaan als volgt: versching is nog geen afdoende verbetering gebragt. Door gestadig uitbaggeren en schuimen der grachten is het profil behouden ofschoon bij de peilingen ten dienste van het rioolstelsel gebleken isdat zich op den bodem nog een laag modder bevindt. De Com missie voor de riolering hoopt bij haar rapport tevens een voorstel tot het ververschen der grachten te doen. c. Wat den toestand van gotenriolensecreten urinoirs en van openbare en bijzondere gebouwen be treft hieromtrent valt niets bijzonders te vermelden. Door de bouwpolitie wordt naauwlettend toegezien op de getrouwe naleving der bepalingen van de verorde ning van 17 February 1876 op de inrigting van secre ten riolen en beerputten. Met de toepassing van het tonnenstelsel zoo hier als te Scheveningen wordt geregeld voortgegaanmet deze wijzigingdat de kosten van de aanschaffing der tonnen in rekening worden gebragt aan de aanvragers. Hoewel dit stelsel te Scheveningen eene groote verbete ring mag genoemd worden, zijn aan meer algemeene toepassing daarvan te dezer stede verschillende be zwaren verbonden. i II. HEERSCHENDE ZIEKTEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 52