I
I
86
Stads-Rijschool.
De organisatie van het Gymnasium is, niettegen
staande de wet op het hooger onderwijs op 1 October
1877 in werking is getreden, tot nog toe onveranderd
gebleven, omdat er nog niet voldoende zekerheid be
trekkelijk den wettelijken toestand der gymnasia bestaat.
Een en ander wordt uitvoeriger uiteengezet in de beide
verslagen van Curatorenvervat in de bijlagen 29 en 30.
De reden waarom dit jaar twee verslagen zijn uitge-
bragt is dezedat bij de nieuwe wet aan het College
van Curatoren de verpligting is opgelegd om jaarlijks
vóór 1 Maart verslag uit te brengen over het afgeloopen
jaar, terwijl dit tot nog toe geschiedde aan het einde
van eiken cursus. In de zamenstelling van dit College
kwam verandering door den dood van den heer J. M.
Obreen en de benoeming van Mr. J. P. R. Tak van
Poortvliet tot Minister van Waterstaat, Handel en
Nijverheid: in hunne plaatsen werden benoemd de hee-
ren Dr. M. Salverda en Jhr. Mr. W. E. van Panhuijs.
Door de Commissie van toezigt op de Stads-Rijschool
wordt medegedeelddat deze school voortdurend geheel
aan hare bestemming beantwoordt. De Directeur en
zijn onderhebbend personeel gaven steeds redenen tot
tevredenheid, zoodat er geen enkele ernstige klagt
van de zijde van het publiek is ingekomen. Bijzondere
voorvallen hebben niet plaats gehad.
Door vernieuwing van een gedeelte der omrastering
van de zwemkom is eene goede verbetering aange-
bragt, die in het volgend jaar zal worden voortgezet.
VI. LATIJNSCHE SCHOLEN, GYMNASIA EN
ATHENAEA.