89
Omtrent de bezwaren aan het locaal verbonden, in
het vorig verslag uiteengezet, is nog geen beslissing
genomen.
van den cursus 1876/77 bedroeg 335
2°. De Academie van Beeldende Kunsten.
Uit het verslag van den Raad van Bestuur der Aca
demie (bijlage 31) blijktdat het aantal leerlingen bij
den aanvang
te verdeden in
216 betalende leerlingen
69 voor rekening van leden
50 die kosteloos onderwijs genoten.
De cursus voor vrouwelijke leerlingen bestond ge
durende den winter uit 45, des zomers uit 42 leer
lingen 19 leerlingen namen deel aan den cursus voor
het middelbaar onderwijs.
De nieuwe cursus ving aan met 351 mannelijke en
63 vrouwelijke leerlingen.
In het personeel der leeraren kwamen eenige ver
anderingen voor, die in genoemd verslag worden op
gegeven.
Ten gevolge van het besluit van den Gemeenteraad
van 24 Meiwaarbij het subsidie aan de Academie
van 16150 met ingang van 1 October 1877 tot f 10,500
werd verhoogd, is het den Raad van Bestuur mogelijk
geworden om verbetering te brengen in de leermid
delen door den aankoop van plaat- en boekwerken en
in de bezoldigingen der leeraren door percentsgewijze
verhooging der jaarwedden.
Wat de schoollocalen betreftbestaat er nog steeds
gebrek aan ruimtewel is er een nieuw ‘bovenlocaal
ingerigt tot teeken- en schilderzaal voor het middel
baar onderwijsmaar de wensch van den Raad van