91 Grand Theatre te Dyon. Wij meenden in dat verzoek niet te kunnen treden, ook op grond dat de belangen van het Fransch tooneel daaronder te veel zouden lijden, doordien de opening van het speelsaizoen ten tijde van de indiening van het verzoek niet ver meer verwijderd was. Desniettemin herhaalde de heer Campbell zijn verzoek, echter met die wijziging, dat het hem vergund zou worden zich voor het saizoen te associëren met den heer Desfossez. Ook hiertegen hadden wij bezwaar, doch deelden den adressantlet tende op de overgelegde verklaring van een genees heer mededat wij genegen waren hem toe te staan iemand aan te wijzen, die voor zijne rekening en onder zijne verantwoordelijkheidonder den titel van administrateurde directie zou waarnemen. De heer Campbell wees daarop den heer Desfossez als admi nistrateur aandieofschoon hij wegens den ver ge vorderden tijd onder niet zeer gunstige omstandig heden zijne taak aanvaarddeer in slaagde de tevre denheid der abonnés te verwerven. Het subsidie voor het speelsaizoen 1877/78 was door den Gemeenteraad op de som van f 8000 bepaald. In het afgeloopen jaar werden als nieuwe opéra’s opgevoerd La Pelite Mariée van Charles Lecocq c< Carmen» van Georges Bizet en «Paul et Virginie» van Victor Massé welke bij het publiek een gunstig onthaal vonden en menige opvoering beleefden. Voor de beide laatsten werden de kosten der décors door de Gemeente gedragenterwijl bovendien voor de opéra Carmen den directeur eene bijdrage in de kosten van aankoop der muziek werd verstrekt. Van het locaal van den Schouwburg -werd in 1877 bovendien gebruik gemaakt door den heer J. Mertens uit Antwerpenvoor drie voorstellingen van de door

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1877 | | pagina 97