103
Werven en scheepsbouw.
c.
haring en gerookte bokking zoeken deze schippers hun
bestaan elders. Enkele vaartuigen, niet bestemd vooi'
de vaart op België, dienen als vletvaartuigen tusschen
ScheveningenRotterdam, Vlaardingen en Maassluis, tot
vervoer van verschengedroogden en gezouten visch en
van haringnettennog andere tot het aanvoeren van 1
brandstoffen.
Van de 55 schepen, die te ’sGravenhage te huis be-
hooren, zijn:
7 in gebruik bij het fabriekwezen,
7 bewoonde liggers,
2 liggers voor ammoniakwater
1 ligger voor houtskool,
2 tot berging van kool.
De overige behooren aan particuliere schippers en
dienen tot aan voer van brandstoffen, aardappelen, fruit,
enz. of aan kramers die de kermissen en jaarmarkten
bezoeken.
In 1878 werd havengeld geheven van 38,577 vaar
tuigen, zijnde 2637 minder dan in het vorige jaar.
Deze vermindering moet hoofdzakelijk worden toege
schreven aan minderen aanvoer van bouwmaterialen.
Op de vijf scheepstimmerwerven te Scheveningen waren
ruim 100 personen werkzaamdie alle krachten moes
ten inspannen om aan de vraag naar nieuwe vaartuigen
te voldoen en in de noodige herstellingen aan de vis-
schersschepen te voorzien. Ook de bedrijven, met de
d. In- en uitklaringen.