7 f 200. twee strafverordeningen 460, regelende de bouwpolitie, vastgesteld 9 Mei en afgekondigd 7 Junij 1878; n°. 463, de Algemeene Politieverordening, vastgesteld 12 Julij en afgekondigd 29 Julij 1878; De gedurende het jaar vastgestelde Plaatselijke Ver ordeningen bestaan uit: zeven belastingverordeningen n°. 456 en 457, tot vaststelling van den maatstaf, waarnaar wordt geheven de hoofdelijke om- gelaar, F. H. Vaupel Kleijn, K. H. Ter Winkel, C. F. Schqr, J. G. Meijs, aan de 1ste Klerken: C. P. W. Pickhardt, K. C. F. den Exteren aan de 2de Klerken: W. A. C. Pont, J. J. Mastenbroek en B. J. Warnars; f 50 aan de 2de KlerkenW. H. van der Heijden en G. van Meeuwen. Bovendien werd aan den heer K. L. Hupscher, Hoofd-Commies der 1ste Afdeeling, die op 13 Julij 1878 zijne 40jarige ambtsvervulling mogt herdenken, als erkenning voor de bewezen diensten eene personele toelage van f 300 toegekend. Eindelijk werd door den Raad aan de Commiezen A. T. van de Watering en J. M. Stobberingh eene personele toelage verleend van f 200. Tot surnumerair werd in 1878 benoemd de heer W. J. Wenkenbach op eene jaarwedde van n°. i 1 f PLAATSELIJKE VERORDENINGEN DOOR DEN RAAD GEDURENDE HET JAAR VASTGESTELD.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1878 | | pagina 13