21. Terwijl men nog onder den diepen indruk dezer gebeurtenis was, werd enkele dagen daarna de gezondheid van Dr. BUchner dermate aangetastdat hij geheel buiten staat was zijne functie te vervullen, waardoor eene plotselinge stagnatie ware ontstaan in de behandeling der zieken, indien niet professor Evers zich daarmede terstond had belast. Onmiddelijk naar hulp te zoeken was natuurlijk het eerste werk, doch geene gemakkelijke taak, als bedacht wordt hoe zeer de bijzondere doctoren in deze Gemeente den tijd voor hun eigen practijk noodig hebben. Die eerste zorg wras evenwel spoedig geweken door de wel willende en hoogst gewaardeerde aanbieding van ons geaclit medelid professor Evers, om de behandeling der zieken te nemen voor zijne rekening, tot dat in de geneeskundige dienst zou zijn voorzien. Nog denzelfden morgen verklaarden zich twee geneesheeren bereid tijdelijk de zieken in behandeling te nemen. Met voort durende groote erkentelijkheid worden ze hier genoemd als de heeren Doctoren C. V. van Valkenburg en li. A. M. van Walcheren. Hunne behandeling geschiedde met de meeste zorg en naauw- gezetheid en was bij het einde des jaars nog niet afgeloopen. Intusschen was den hulpgeneesheer Dr. Büchner ingevolge verzoek verleend eervol ontslag, ingegaan 15 November. Ook U, Mijne heeren, is het bekend, hoezeer wij hem in allen op- zigte waardeerden. Meer lofspraak achten wij overbodig. Bij de gebeurtenissen van zoo even nog een wijl vertoevende mag niet worden vergetenwat de huismeester-boekhouder de Boer dientengevolge voor zijne rekening had, en dat nog, terwijl meerdere zorgendoor de langdurige ziekte zijner verdienstelijke echtgeuootehem drukten. Hier zij dan ook vermeld dat, verwierf hij onder gewone omstandigheden voort durend de algemeene tevredenheid, de Boer in het laatste kwartaal des jaars zijnen moeijelijken pligt uitstekend vervuld heeft. In het gemis der hulp van zijne echtgenoote werd zooveel

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1878 | | pagina 174