11 van beheer (bijlage 12) vermelden, dat tot instand houding der oude schilderijen weder een drietal stuk ken zijn verdoekt en dat de verzameling verrijkt is met een aantal teekeningen en portretten en met eene belangrijke beschrijving door Mr. Jacob Visser van de grafsteden, lijken en andere overblijfselen, welke in 1770 ontdekt zijn bij de herstelling van de Maria kapel op het Binnenhof. HOOFDSTUK IV. Geldmiddelen. Naar de laatste door Gedeputeerde Staten afgesloten rekening (art. 221 der Wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n°. 85), zijnde die over het dienstjaar 1877, bedragen: de ontvangsten 3,468,431.07 en de uitgaven- 3,266,302.025 sluitende die rekening met een saldo van f 202,129.04s wordende hierbij, wat het genoemde dienstjaar be treft verwezen naar de staten A en B (bijlagen 13 en 14), houdende afzonderlijke vermelding van den aard der ontvangsten en der uitgaven. Van bovengemeld saldo werd ten bate der dienst 1878 beschikt tot een bedrag van f 163,325.83terwijl het restant ad f 38,803.215 ten goede kwam aan de dienst 1879. Volgens de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde Begroeting (art. 207) voor het dienstjaar 1879, is het geraamd bedrag der ontvangsten3,393,076.22 en de uitgaven- 3,393,076.22 Batig saldo Nihil. Wij laten hier verder volgen een staat der gemeente- schulden 4

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1878 | | pagina 17