43 te zamen waarvan als oninbaar is afgeschreven met inbegrip der op reclame verleende afschrijvingen zoodat het zuiver bedrag is De hondenbelasting bragt op zijnde alzoo de geheele opbrengst der directe belastingen in 1878 geweest. f 396,887.34* f 395,072.02* - 22,619.12* 417,691.15 Nieuwe leeningen werden in 1878 niet aangegaan. Te dezen aanzien herinneren wij aan het Raadsbesluit van 12 November 1878, om de gelden, op de begroe tingen voor 1878 en 1879 ten behoeve van buitenge wone werken aangevraagd, bij elkander te voegen en in één en dezelfde leening te begrijpen. Daarentegen is tot verzekering van den geregelden gang van zaken de toevlugt moeten worden genomen tot eene tijdelijke kasaanvulling, waartoe successivelijk een bedrag van f 200,000 is opgenomentelkens voor hoogstens twee maanden en tegen een disconto van 4 °/o. Voorts hebben wij daar dit bij eene regeling der Gemeente-fmancien in het algemeen en bij het opma ken van toekomstige leeningplannen zijn nut kan hebbeneen overzigt laten vervaardigen van de be dragen die jaarlijks voor rente en aflossing der door de Gemeente aangegane geldleeningen op de volgende begroetingen behooren te worden uitgetrokken, welk overzigt wordt aangetroffen in bijlage 15 achter dit verslag, en loopt over het tijdvak van 1876 tot 1920, in welk laatstgemeld jaar de jongste leening geheel zal zijn gedelgd. De hoofdelijke omslag werd over 1878 geheven naar den maatstaf van 2 De kohieren dier belasting beliepen: primitief suppletoir - 27,169.30* 390,52 L84* - 6,365.50

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1878 | | pagina 19