26. Raamstraat en de drie lessen in de natuurkunde in de school aan den Zuidwal gegeven worden. Dat deze regeling voor den bloei der normaallessen niet zeer bevorderlijk kan zijn, behoeft geen betoog en doet de nood zakelijkheid gevoelen om met allen ernst bij het gemeentebe stuur aan te dringen tot het aanwijzen van een geschikt locaal, waar beide afdeelingen onderwijs kunnen ontvangen, waar de bibliotheek en verdere leermiddelen eene betere plaatsing vinden en waar de kostbare verzameling werktuigen kan geborgen worden. De ’s Gravenhaagsche normaallessen hebben gedurende baar veeljarig bestaan belangrijke diensten bewezen aan ’t lager onderwijs, vooral in deze Gemeente, en zich daardoor grootc waardeering waardig gemaakt. Welken invloed de tegenwoordige onregelmatigheid op den goeden gang van ’t onderwijs, op de voortdurende belangstelling en toewijding der onderwijzers en op de onvermijdelijke vermeerdering van kosten zoo voor leer middelen als anderzins kan hebben, zal uit een volgend jaar verslag blijken. Het gedrag en de ijver der kweekelingen gaven reden tot tevredenheid en volgens de driemaandelijksche staten en de uitkomsten der examens zijn ook de vorderingen bevredigend. Alleen door de onderwijzers in het teekenen wordt van tijd tot tijd geklaagd over gebrek aan ijver en willekeurig verzuim. De op- en aanmerkingen betreffende het onderwijs in de gymnastiek in ’t vorige jaarverslag vermeld, kunnen herhaald worden. Hei is een feit dat de kweekelingen hunne voorbereiding voor ’t examen in de gymnastiek bij andere leeraars zoeken. Wijziging van ’t tegenwoordige lesuur, Zaterdagavond van 6|-7|- uur, verdient ernstige overweging. De rapporten omtrent de beide Rijkskweekelingen alhier luiden voortdurend zeer gunstig. De jongste A. F. H. Loep, sedert 1 September jl. in ’t genot eener Rijksbeurs, vertoont goeden aanleg. Voor zijne degelijke opvoeding als onderwijzer zou verplaatsing naar eene andere normaalinrichting in Zuid- Holland toch wenschelijk zijn.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1878 | | pagina 261