VERSLAG omtrent den toestand van het openbaar en
bijzonder Middelbaar Onderwijs in de gemeente
’sGbavenhage gedurende 1878, gedaan ingevolge
artikel 52 der Wet ran 2 Mei 1863 (Staatsblad n". 50).
Het is ons aangenaam dit verslag te kunnen aanvangen met
de vermelding, dat door U den 12 Maart 1878 besloten is tot
de oprigting van eene middelbare school voor meisjes, met
driejarigen cursus te dezer stede. Reeds in ons verslag over
1876 vestigden wij uwe aandacht op deze gewigtige aangelegen
heid en hoe meer wij met het onderwijs alhier bekend raakten
des te meer werden wij in onze meening versterkt, dat zulk
eene school aan eene reeds lang gevoelde behoefte zal voldoen.
Wij willen echter niet ontveinzendat eerst dan van die school
goede resultaten verwacht kunnen worden, wanneer de school
voor meer uitgebreid lager onderwijstot welker oprigting door
U terzelfder tijd het besluit genomen werd, in werking zal
zijn getreden. Door die school toch zal de zoozeer noodza
kelijke aansluiting aan het Middelbaar Onderwijs verkregen
worden en naar haar zullen zich de bijzondere scholen inrigten
en hervormen. Wij kunnen niet nalaten de stellige verwachting
uit te spreken, dat, nu de middelbare meisjesschool den In
September a. s. geopend zal wordende schooi voor meer
uitgebreid lager onderwijs ook weldra tot stand zal komen.
Omtrent het zeevaartkundig onderwijs werd door U in het
afgeloopen jaar eveneens eene beslissing genomen. Den 4n Junij
werd door een programma voor dat onderwijs vastgesteld.
Het werd opgedragen aan den heer L. Zvijdebduix rustend
koopvaardij-kapitein, en bepaalt zich tot de kennis;
Bijlage 2