worden. Voor hen is deze school zeker zij er door in staat gesteld worden maatschappij te vindendie zij anders niet zouden hebben be komen. Dit doel zou misschien nog beter bereikt worden, indien bij eene eventuele herziening der wet op het Middelbaar Onderwijs gelegenheid gegeven werd om deze school eenig- zins uit te breiden en in de inrigting eenige verandering tot stand te brengen. De cursus van 18771878 begon met 51 leerlingen, waar van er 8 vóór September vertrokken1 om matroos te worden, 1 naar de kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam, 1 om telegraphist-leerling te worden, 2 naar een kantoor, 1 als opzigter naar Arnhem en 2 om onbekende redenen. zijn er zeker van, dat deze school weldra geheel bevolkt zou zijn en voor een groot deel door hen, die thans de Academie van Beeldende kunsten bezoeken. Een ieder, die het nut van deze school inziet, zal het moeten bejammeren, dat er geen gebruik van gemaakt wordt, maar de pogingen die herhaaldelijk hiertoe werden aangewend, bleven tot nog toe steeds vruchte loos. Menigmaal gebeurde het, dat jongelingen zich voor deze school aanmeldden, maar steeds werden zij afgeschrikt op het hooren van het onderwijs dat zij zouden moeten bijwonen. De Bnrgcr-dagschool blijft steeds leerlingen trekken, maar, gelijk wij in ons vorig verslag reeds in het voorbijgaan op merkten, niet hen, voor wie die school in het leven is ge roepen. Volgens art. 13 toch der wet tot regeling van het Middelbaar Onderwijs is deze school voornamelijk bestemd voor aanstaande ambachtslieden en landbouwers. Let men nu op de bestemming van hen, die deze school bezocht hebben, dan zal het, gelijk uit dit en vorige verslagen blijkt, duidelijk worden, dat de leerlingen zich slechts bij uitzondering op eenig ambacht gaan toeleggen of den landbouw gaan beoefenen. Bijna allen gaan na het verlaten der school een anderen weg op. Sommigen gaan in militaire dienst, anderen bekwamen zich voor het onderwijs, het kadaster of eenig ander vak, terwijl weder anderen op kantoren of ministerien geplaatst van groot belang, daar om eene plaats in de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1878 | | pagina 266