29.
Zelfs al zoude het gymnasium nog slechts tijdelijk in het
tegenwoordige gebouw gevestigd blijven, kwam het ons wen-
schelijk voor, in het belang van het onderwijs, dat de bestra
ting in het Westeinde langs de geheele lengte van het gebouw
vervangen wierd door een houten plaveisel, gelijk daar in
vroeger jaren werd aangetroffen. Het levendig verkeer in het
Westeinde, vooral op marktdagen, schrijft, meenden wij, zoo
danige voorziening gebiedend voor. Bij missive van 12 Augustus
vestigden wij hierop de aandacht van Burgemeester en Wet
houders.
Tot ons leedwezen vonden deze geen vrijheid in ons verzoek
te treden.
II. Bij kantbeschikking van 10 Augustus werd door het
dagelijksch bestuur in handen van Curatoren ter fine van be
richt een schrijven gesteld van den heer Kolonel Inspecteur
van het Militair onderwijs. Bij dat schrijven werd het gevoelen
gevraagd van Burgemeester en Wethouders aangaande een
wensch van den heer Directeur van de 2de Afdeeling der
krijgschool voor officieren om van de localen en hulpmiddelen
van het Gymnasium gebruik te maken ten behoeve van het
onderwijs aan voornoemde school in de scheikunde, in de
warenkennis en in de natuurkunde, welk onderwijs gegeven
zou worden door Dr. Pabeae. Over deze aangelegenheid was
de Directeur reeds vroeger met Curatoren in overleg getreden.
Wij adviseerden gunstig, mits aan de volgende voorwaarden
werd voldaan, waarmede de heer Directeur verklaarde zich te
kunnen veretnigen:
1°. dat de vergunning verleend worde tot wederopzeggens toe
2°. dat, in geval van conflict, de belangen van het Gymna
sium in allen deele den voorrang behouden;
3°. dat het aantal lesuren, op te dragen aan Dr. Pabeau,
het getal van acht in de week niet te boven mag gaan(hier
onder niet begrepen de uren, voor praktische oefeningen in de
scheikunde en in de warenkennis bestemd. Dr. Pabeau kon
evenwel niet worden verplicht, daarbij tegenwoordig te zijn.)
4'. datbehalve het honorariumtoe te kennen aan Dr. Pabeau,