59. in aanmerking te komen, doch wier bevoegdheid, om dat vak aan een Gymnasium te onderwijzenaan twijfel onderhevig was. Onderrichtdat deze ook voor de hoogere burgerscholen gewich tige vraag bij den Minister van Binnenlandsche Zaken aanhangig was gemaaktmeenden wij te moeten afwachtenwelk gevoelen door de Regering zoude worden omhelsd. In het reeds genoemde wetsontwerp tot wijziging van sommige bepalingen der wet op het Hooger Onderwijs is sedert door de Regering bij Nota van wijziging eene bepaling opgenomen, welke tot het geven van onderwijs in de wiskunde ook hen benoembaar verklaartdie in het bezit zijn der afzonderlijke acte voor de hoogere wiskunde, bedoeld in art. 76 der Wet, tot regeling van het middelbaar onderwijs. Hierdoor zou elke onzekerheid worden opgeheven. Deze wets- voordracht evenwel kwam, gelijk gezegd, vóór het gewone win- terreces niet bij de Tweede Kamer in mondelinge behandeling. De redenwaarom Curatoren bezwaar moesten maken de aanbevelinglijsten voor de aanstelling van een leeraar voor Nederlandsch, Vaderlandsche Geschiedenis, Grieksch en Latijn en voor die van een leeraar in Nederlandsch en Aardrijkskunde in te dienenwas van anderen aard. Zij geraakten niet tot de overtuiging, dat de sollicitanten welke zich voor den eerst- gemelden werkkring opdedenberekend waren voor de taak waarvoor zij wenschten in aanmerking te komen. Deze uitkomst kan te wijten zijn geweest aan de combinatie van vakkenin die betrekking zaamgevat, en aan de veelomvattende eischen waaraan uit dien hoofde de candidaten moesten beantwoorden. Het voorstel tot die bijeenvoeging hing echter zamen met de bepalingen van het Koninklijk besluit van 29 Juni 1878 (Staats blad n°. 98), waarbij werd voorgeschreven een aanmerkelijk getal uren aan de Aardrijkskunde te wijden. Wij hadden ons gevleiddat de leeraardie Dr. Beunen zoude vervangen dat ook grootendeels voor zijne rekening zoude kunnen nemen, waartegenover hij dan zoude moeten worden ontheven van een gedeelte der taakwelke op onzen vroegeren rector had gerust. Doch ook in dit opzicht werden Curatoren teleurgesteld. Er deed

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1878 | | pagina 294