29. zich voor het Nederlandsch geen enkel bezitter van academische graden op en onder de overige adspiranten was niemanddie zijne bevoegdheid om Nederlandsch en Aardrijkskunde aan een Gymnasium te onderwijzenontleende aan het bezit der acte omschreven in het eerste gedeelte van art. 74 der wet op het middelbaar onderwijs, en slechts één, die de beide acten, uit gereikt krachtens art. 76 van evengemelde wetkonde overleggen. De geringe opkomst van sollicitanten heeft meer dan ééne reden. De bezitters der acte voor de Aardrijkskunde zijn schaarsch; het getal van hen, die zoowel de acte voor Neder landsch als die voor de Aardrijkskunde verworven hebben, is nog kleiner, en zij, die in het bezit dier stukken zijn, hebben te goede positien of te goede uitzichten bij het middelbaar on derwijs zelf, om eene aanstelling bij een Gymnasium te ver langen. Daarbij komtdatvan dit standpuntrekening moet worden gehouden met de bepalingen van art. 20 der Wet op het Hooger Onderwijs omtrent het aan leeraren der Gymnasia, tot wier oprichting de gemeenten verplicht zijn te verleenen pensioen. Het naar de artikelen 14 en 15 der wet betreffende de bur gerlijke pensioenenlaatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 Mei 1873 (Staatsblad n 64)in te houden gedeelte der wedde als bijdrage voor het pensioenfonds in den regel 1/5 gedu rende vijf jaren brengt een aanmerkelijke vermindering te weeg van het inkomenwaarvan de leeraren werkelijk genot hebben. Wij gewagen van dit bezwaar op grond van onder vinding één der meest geschikte sollicitanten naar de betrekking van leeraar in de Wiskunde heeft, uitsluitend om die reden, zijne aanvrage ingetrokken. In dezen Stand van zaken meenden Curatoren in overweging te meeten geven, de wedde van den leeraarvoorNederlandsch en Aardrijkskunde te verhoogen met 500 en alzoo te brengen op f 2,500. Aan een op dien beteren voet bezoldigden leeraar zoude dan het onderwijs in het Nederlandsch kunnen worden opgedragen in zijn geheel, in alle klassen, niet enkel in de vier laagste, zoo als vroeger in het plan lag.' Tevens zoude

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1878 | | pagina 295