Bijlage 50. den ingetreden wintercursus Ingevolge de bepalingen van het Reglement heeft de Raad van Bestuur wederom de eer, u een beknopt verslag te doen toekomen van den toestand der Academie gedurende het afge- loopen jaar. Ware de beschikbare ruimte geëvenredigd aan het steeds toenemend aantal leerlingen, dan zou in dit overzicht wellicht geene enkele klacht vernomen worden, want dankbaar erkent de Raad, dat de milde hulp der Gemeente hem in staat stelt, de leermiddelen flink te verbeteren en het onderwijzend perso neel dat steeds vermeerdering behoeftzoodanig uit te breiden dat het onderwijs gedijen kan. Zoolang echter de Academie bekneld moet blijven in de haar aangewezen lokalenkan zij hare roeping slechts ten halve vervullen. Niet alleen is men sedert twee, drie jaren verplicht, tal van leerlingen den toegang te weigeren, omdat er geene voldoende plaats is, maar ook de opeenhooping van 150 tot 160 leerlingen in ééne zaal is, zoowel uit een paedagogisch als hygiënisch oogpunt, zeer afkeurenswaardig. In het belang der jonge ambachtslieden en toekomstige industrieelenvoor wie teekenonderwijs onontbeerlijk iswijst men echter zoo weinig mogelijk leerlingen af. Zoo heeft bij den aanvang van de directeur voor een veertigtal leerlingen, aanstaande timmer lieden, die hoognoodig des Donderdags, Vrijdags en Zaturdags van de lessen in het rechtlijnig teekenen gebruik moesten NEGENTIENDE VERSLAG van den staat der Academie van Beeldende Kunsten te ’s Guav efh age over 1877- 1878.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1878 | | pagina 305