50. i in deze wel degelijk de empirische van de theoretische methode behoort te scheiden, en dat, zoo men alles theoretisch ver klaard wil hebbener aan de Academie niet alleen geene ijzeren kappenmaar zelfs ook geene houtverbindingen meer geteekend mogen worden. Na eene bijeenkomst met de jury kwam men tot een vergelijk. De jury bleef bij hare meening maar was bereid om de teeke- ningen eenvoudig als teekenwerk te beoordeelen, mits openbaar wierd gemaaktnaar welken maatstaf de beoordeeling had plaats gehad. De aanteekeningen bij de hierna volgende lijst der bekroonden in de afdeeling bouwkunde zijn dan ook van de jury afkomstig en bij de prijsuitdeeling openbaar gemaakt. Intusschen achtte de Raad het na het gebeurde wenschelijk, een volledig onderzoek te doen instellen naar de methode van onderwijs. Hiertoe werd eene commissie benoemdin de eerste plaats samengesteld uit de leden der vroegere jury, de heeren Bekt Brouwer, J. Muijsken, J. F. Metzelaak, J. Singels en A. J. Vookduin, en voorts uit de heeren bouwmeesters Leliman en van den Brink. Deze commissie werd uitge- noodigd omnaar aanleiding van haar onderzoekeen verslag op te makenwaaruit blijken konwelke wijzigingennaar hare meeningin de richting van het onderwijs gebracht moeten worden. De uitslag is bereids in handen van den Raaddoch heeft nog geen onderwerp van beraadslaging uitgemaakt. De strekking daarvan isom zich bij het bouwkundig onderwijs tot eenvoudiger vraagstukken te bepalen, geene hoogere vlucht te nemen dan iedere ambachtschool beoogt, en slechts bij uit zondering het ontwerpen van gebouwen toe te laten. In de Algemeene Vergaderingop 12 Januari dezes jaars gehoudenwerd de heer C. Bisschop met groote meerderheid gekozen tot lid van den Raad van Bestuur in de plaats van Jhr. Heemskebck van Beest, die de stad metterwoon verliet en aan wiens ijver als bestuurslid de Voorzitter hulde bracht. In het personeel der leeraren heeft geene wijziging plaats gehad, behalve dat het met 1°. October 1878 is uitgebreid door de benoeming der oud-leerlingende heeren A. van den Berg

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1878 | | pagina 311