57. Gemeente-instelling. 2. Het verschaffen van geld in tijden van behoefte. 3. NOTA VAN TOELICHTING, betreffende de Stads Bank van Leening. Hield het toenemen der beleeningen tot dusverremet slechts geringe uitzonderingen, gelijken tred met de toenemende be volking en de bedrijvigheid onder de mindere standen, het springt dan te meer in het oog dat in het jaar 1878, ver geleken met het laatstvoorgaande jaar, minder werden be leend 20401 panden tot een daaraan geëvenredigd bedrag van 79,752.50. Het cijfer, dat het jaar 1877 voor de beleeningaangafwas zeker buitengewoon hoog; toch werd er ook nog in 1876 zoo wel in getal als in bedrag aanmerkelijk meer beleend dan in 1878. Als bewijs van mindere armoedehoe het er ook den schijn van hebbe, kan die mindere beleening niet gelden, veeleer het tegendeel, aangezien de meerdere welvaart en het door gaand aan het werk blijven het geheele jaar door, den werk man niet verhindert weck in week uit zijne goederen in den DOEL DEK INSTELLING. INWENDIGE TOESTAND. 1. AAED DEK INSTELLING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1878 | | pagina 347