28 62,000 1,172,000 M3, Het eerste werk is aangenomen voor f 6100, het tweede voor f 16,880; beide werken zijn echter ten gevolge van het winterweder moeten gestaakt worden, zoodat de oplevering eerst in het volgend verslag zal kunnen gemeld worden. 4°. W a t e r 1 e i d i n g. Omtrent den toestand der werken en de exploitatie van de Duinwaterleiding in 1878 verwijzen wij naar het als bijlage 18 opgenomen Verslag van den Direc teur. Daaruit blijktdat de toestand dezer inrigting bloeijend mag genoemd wordenaangezien het gebruik weder aanmerkelijk is toegenorr.enzoo door uitbrei ding van het buizennet als door aansluiting van een aantal perceelen. In staat V van dat Verslag worden de cijfers dezer vermeerdering van aangesloten per ceelen van den aan vang der exploitatie af vermeldop 31 December 11. was dit aantal geklommen tot 12,153 tegen 10,020 op 31 December 1877. In het geheel werd geleverd eene hoe veelheid van1,234,000 M3, waarvan na aftrek van het verlies be rekend op 5 overblijft voor het verbruik of 3211 M3 per dag, tegen 2512 M3 in 1877. Het gemiddeld verbruik per perceel was thans 111 M3, per perceel en per dag 302 liters, terwijl deze cijfers in het vorig jaar 108 M3 en 297 liters bedroe gen. Deze voortdurende toeneming was oorzaak, dat bij de behandeling der Gemeente-begrooting voor 1879 de vraag werd te berde gebragtof men reeds tot de op- rigting van een tweede stoommachine zou moeten over gaan daartoe werd intusschen vooralsnog niet besloten.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1878 | | pagina 34