Bijlage 40. Het jaar 1878 was voor handel en nijverheid evenmin gunstig als zijn beide voorgangers. Dezelfde oorzaken leidden tot dezelfde gevolgenlusteloosheid en stilstand in den handelalgemeene onzekerheid, die van groote ondernemingen terughield, en daar door aanmerkelijk minder verdiensten. Daarbij voegde zich, voor deze gemeente, nog dat de uitkomsten der visscherij geenszins zoo bevredigend waren, als in vorige jaren, hetgeen op den toestand van honderden gezinnen een ongunstigen invloed uit oefende. Op het gebied der algemeene wetgeving bleef menige wensch onbevredigd. Slaat men den jaargang 1878 van het Staatsblad op, dan vindt men de wet omtrent de regeling van de dienst en het gebruik der lokaalspoorwegen als de eenige maatregel van algemeen belang, voor handel en nijverheid genomen. Ook in andere opzigten is teleurstelling het woorddat met zoo treurige juistheid de geschiedenis uitdrukt van het jaar, dat achter ons ligt. Een zoolang gewenscbt departement van Waterstaat, Handel en Nijverheid werd ingesteld; en algemeen achtte men het zoo smachtend verbeid oogenblik aangebroken dat de belangen van handel, nijverheid en scheepvaart tot hun VERSLAG der Kamer van Koophandel en Fabrieken nopens den staat van handel, nijverheid en scheepvaart in de gemeente ’sGravenhage, over hel jaar 1878. I. ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1878 | | pagina 357