40. IV. SCHEEPVAART. Binnenlandse h. a. gesteld. Op het einde des jaars werd daaraan deelgenomen door 130 leerlingen van 9 tot 20jarigen leeftijd. Tot betere berging en veiliger ligplaats der visschersvloot werd voor rekening der reedersdaarin bijgestaan door het gemeentebestuureen gedeelte van het strand verbeterd. Men hoopt dat met dit nuttig werk voortgegaan en alles aangewend zal worden wat de veiligheid der vlootzoowel bij het op strand loopen als tijdens haar verblijf op ’t strand kan bevorderen. Aan het einde van 1878 waren er in deze gemeente 72 vaartuigen metende boven de 10 scheepston zijnde 6 meer dan in 1877 met een gezamenlijken inhoud van 2098 scheepstontegenover 1907 in het voorgaande jaar. Van deze vaartuigen behoorden er 17 te Scheveningen te huisdie tijdens de steurharingvisscherij nagenoeg uitsluitend op Belgie varen en als retourvrachtvan tijd tot tijd gietaarde voor de alhier gevestigde ijzergieterijen granen uit Antwerpen of matten stoelen uit Mechelen medebrengen. Na afloop der verzending van steur- haring en gerookte bokking zoeken deze schippers hun bestaan elders. Enkele vaartuigenniet bestemd voor de vaart op Belgiedienen als vletvaartuigen tusschen Scheveningen Rot terdam Vlaardingen en Maassluistot vervoer van versche gedroogde en gezouten viseh en van haringnettennog andere tot het aanvoeren en uitventen van brandstoffen. Van de 55 vaartuigendie te ’s Gravenhage te huis belmo ren zijn er 7 uitsluitend voor het fabriekwezen in gebruik 1 zijn bewoonde liggers, 2 worden gebezigd als liggers voor ammoniakwater1 als ligger voor houtskool2 tot berging van kool. De overige behooren aan particuliere schippers tot aan voer van brandstoffen, aardappelen, fruit enz. of aan kramers, die de kermissen en jaarmarkten bezoeken. In 1878 werd havengeld geheven van 38,577 vaartuigen zijnde 2637 minder dan in het daaraan voorafgaande jaar. Deze

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1878 | | pagina 365