41. boven den boei aan een cylinder aangebragt, en zigtbaar door een rooden wimpel daarboven geplaatst, trok de algemeene aandachten ontving de heer Leeèbbe dan ook den dank van den Voorzitter voor zijne belangrijke voordragt en voorstellin gen, waarin de vergadering ook met belangstelling deelde. Vervolgens is ingekomen een rapport uitgebragt door de Heeren J. J. van Coevebden, B. Reindees en W. Hoven, betreffende het onderzoek omtrent de onregelmatige verhouding in de prijzen der plaatskaarten op de Spoorwegen. De conclusie hiervan strekte: dat na onderzoek was gebleken, dat zoowel de kosten van het personenvervoer als van het goederentransport, in verge lijking bij andere landenalhier niet hoog te noemen zijn. De commissie ontkent echter niet dat er wel eens onregelmatig heden plaats vinden, maar zij betwijfelt of wel ergens hier te lande de normaalprijs is overschreden, terwijl het onregelmatige in de prijsbepaling niet anders dan aan concurrentie kan wor den toegeschreven, waaraan door geen Regeringsmaatregel een einde kan w’orden gemaakt, zoolang die op eerlijke wijze wordt gevoerd. Daarna kwam een rapport in, uitgebragt door de Heeren Isidore Vos, H. J. C. de Charro en M. Pbins, betreffende een onderzoek nopens de Nederlandsche wet op het faillissement. De drie hoofdbezwaren door de commissie hiertegen aange voerd, als: 1°. de kostbaarheid van het faillissement; 2’. het tijdroovende daaraan verbonden; 3’. de niet genoegzame be hartiging van de belangen der crediteuren, werden door de commissie duidelijk en gemotiveerd uiteengezet. Als punt van beschrijving voor de algemeene vergadering werd door de afdeeling vastgesteld: „dat het Hoofdbestuur zich tot de Regering wende, om aan te dringen op de regeling van het Ambachtsonderwijs in zijnen vollen omvang. Zij acht het wenschelijk dat de Regering het onderwijs op de scholen, waar practisch en theoretisch am bachtsonderwijs wordt gegeven en ook op de Teekenscholen die met het oog op de ontwikkeling der aanstaande hand-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1878 | | pagina 394