89 Gelijk hierboven in Hoofdstuk Vla, onder de rubriek «heerschende ziekten», reeds is aangeteekendwas in de beide eerste maanden van het jaar het ziekte- cijfer hoog, en, nadat dit eenigen tijd daalde, was sedert Augustus door het heerschen van roodvonk en mazelen weder eene aanzienlijke vermeerdering van zieken te bespeuren. Te Scheveningen zijn echter die ziekten veel minder voorgekomen, zoodat aldaar de gezondheidstoestand gunstig mag genoemd worden. De kosten van den geneeskundigen onderstand heb ben niettegenstaande genoemde ziekten iets minder bedragen dan in 1877, de verdere onderstand in geld enz. kostte insgelijks minder, zoodat daarvan het ge volg was, dat van het door de Gemeente toegestane subsidie eene som van 6332.90 ongebruikt bleef. De gewone mededeelingen omtrent verschillende in stellingen tot leniging en vermindering van armoede zijn opgenomen in de bijlagen 32 tot en met 35. De Zeebadinrigting voor minvermogenden is in het af- geloopen jaar, het derde van haar bestaan, in belang rijkheid toegenomen, daar er gedurende het badsaizoen 35 kinderen in behandeling zijn geweest tegen 27 in 1877. Deze kinderen, verdeeld in 19 meisjes en 16 jongens, waren voor het grootste gedeelte afkomstig uit 's Gravenhage en omstreken maar ook eenigen uit Amsterdam, Rotterdam, Leyden, Delft, Dordrecht, Leeu warden, enz., zoodat men mag aannemen, dat het nut dezer inrigting algemeen wordt erkend. De uitkomsten der verpleging zijn ook nu gunstig geweest; 17 werden hersteld ontslagen, 14 vertrokken zeer verbeterd, voor 4 is het noodig, dat de kuur een volgend jaar herhaald wordt; in het verslag der inrigting worden eenige ge vallen breeder omschreven. Het getal der zeebaden

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1878 | | pagina 95