92 HOOFDSTUK XI. Landbouw en Veeteelt. 'i Landbouw. De algemeene toestand van den landbouw was in 1878 niet zoo gunstig als in de vorige jaren de ge wassen stonden meerendeels goed te veld en de op brengst vooral van het hooi was overvloedigdoch de marktprijzen waren laagvooral was dit het geval met de zuivelbereiding. Het weder was in het najaar zeer regenachtig, waardoor het vee, dat vroeg in de weide was gekomen, spoedig moest worden opgestald. Tijdens den hooibouw was het weder gunstig. De koop- en huurwaarden der landerijen zijn en blijven hoog, vooral van die landen, die voor het wei den van paarden kunnen gebruikt worden. De maatschappijen en genootschappen ter bevorde ring van land- en tuinbouw zijn: 1°. de Afdeeling 's Gravenhage van de, HoUandsche Maatschappij van Landbouw. De toestand der afdeeling is bloeijend, het aantal leden is tot 998 geklommende in 1878 gehouden vergaderingen werden door de leden zeer trouw bijge woond. Van 5 tot 8 Julij hield de afdeeling in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen eene tentoon stelling van rozen en aardbeziën: ofschoon de inzen dingen de verwachtingen overtroffen, was het bezoek gering, zoodat de tentoonstelling voor de kas der af deeling nadeelige uitkomsten opleverde. Op 14 Augustus had weder een harddraverij plaats in de Maliebaan.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1878 | | pagina 98