97 HOOFDSTUK XI. Landbouw. gelden thans ten name van ieder kind op de gewone boekjes zijn ingeschreven; deze zaak is uitgegaan van het bestuur der hier gevestigde afdeeling der vereeni- ging Volksonderwijs. De toestand der bovengenoemde instellingen geelt overigens geen aanleiding tot bijzondere vermelding. Het zeer ongunstige weder in den zomer van 1879 heeft over het algemeen nadeelig gewerkt op den land bouw. In het voorjaar waren de weilanden vroeg met gras bezet en kon het vee tijdig op het land worden gebragt; tengevolge van het daarop volgend schraal weder was het gras echter spoedig verminderd. De hooilanden stonden naar wensch, doch de tijd van den hooibouw vooral kenmerkte zich door vele regens, die oorzaak waren dat bijna al het hooi slecht is binnengehaald en de qualiteit zeer veel te wenschen overliet. Evenzoo was het nagras onvoldoende en de waterstand in de polders, die, hoewel meerendeels van stoombemaling voorzien, hun water niet in Delflands boezem konden loozen, te hoog, zoodat het vee reeds vroegtijdig moest worden gestald. Door de mislukking van eenige gewassen en om ver schillende andere oorzaken is de koopwaarde der lan derijen, die in de laatste jaren bijzonder hoog was, eenigzins gedaald; de huurprijzen zijn nog dezelfde geblevendaar deze niet door één ongunstig jaar ge wijzigd worden. Landbouw en Veeteelt. i 1

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1879 | | pagina 103