404 b. Verveening. c. Mijnwezen. d. Visscherijbinnengaatsop de Zuiderzee en buitengaats. Ten aanzien der visscherij in 1879 luiden de berigten niet gunstig. De schrobnetvisscherij leverde minder op dan het vorig jaarterwijl de exploitatiekosten toe namen. De haringvisscherij begon reeds vroeg in de maand Junij en eindigt gewoonlijk in December wegens het ongunstige weder in de maand November waren echter vele visschers verpligt vroeg de vangst te staken, Volksgaarkeuken, in een locaal achter de Torenstraat gevestigd, wordt medegedeeld, dat zij haar tienjarig bestaan mogt beleven en dat haar toestand bloeijend mag genoemd worden; zoodat de eetzaal geheel nieuw opgemaakt en aanmerkelijk verbeterd werd. Een nieuwe inrigting is op dit gebied te vermelden, namelijk het kosthuis aan de Assendelftstraatopgerigt door de alhier gevestigde Maatschappij voor Kosthuizen; deze inrigting werd op 10 Mei 1879 geopend en strekt voor den ongehuwden werkman tot een tehuis, waar hij tegen zeer billijke prijzen nachtverblijf en gezond voedsel kan bekomenal aanstonds bleek uit een druk gebruik, dat van deze gelegenheid gemaakt werd, dat hierdoor in eene werkelijke behoefte is voorzien. Eindelijk zijn weder onder lett. d opgenomen de in stellingen en inrigtingen in het belang der nijverheid. Het verslag der afdeeling ’s Gravenhage van de Ver- eeniging tot bevordering van Fabriek- en Handwerknijver heid is hierachter gevoegd als bijlage 40.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1879 | | pagina 110