16. VERSLAG over de exploitatie van de Ge- meente-badinrigting te Scheveningen in 1879. Bijlage i .1 Do Gemeenteraad verwacht op nieuw een verslag over de exploitatie der badinrigting Scheveningen gedurende het af- geloopen jaar en de Commissie van bijstand in het beheer dier inrigting voldoet aan hare verpligting bij dezen. De zeer ongunstige weersgesteldheidvooral in den aanvang van het saizoen, heeft op die exploitatie een bijzonder na- deeligen invloed uitgeoefendzoowel wat betreft het verhuren van appartementenals wat het gebruik der zeebaden aan gaat, en het betere weder in den nazomer heeft het verlies van den voorzomer niet vergoed. Hierbij valt op te merken, dat in het Badhuis meestal vreemde lingen hun intrek nemendie niet voor langeren tijd kamers huren maar die veelal den duur van hun verblijf laten afhangen van de liefelijkheid van het saizoen. Vooral in het najaar doen gewoonlijk wind en regen de gasten hun vertrek verhaasten terwijl dan hunne plaats niet door anderen wordt ingenomen. Buitendien blijven velen van het bad terug, wanneer niet warmte en zonneschijn naar de zee lokken. Desniettemin was gedurende enkele weken het bezoek van Badhuis en baden levendig en zijn met het oog op de ver melde ongunstige omstandigheden de uitkomsten vrij voldoende. De verbinding van de badplaats met den Rhijnspoorweg door den stoomtram werd door de badgasten zeer gewaardeerd. Dat gerietelijke en door de Directie der Rhijnspoorweg-maat- schappij met de meeste zorg geëxploiteerde vervoermiddel werd van den dag der opening, 1 Jnlij, af zeer druk gebruikt en bragt vele vreemden en Hagenaars op het terras. Het kan intusschen niet gezegd wordendat de Haagsche Tramway-maatschappij door die nieuwe dienst geleden heeft;

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1879 | | pagina 153