Bijlage 20.
’s Gravenhage den 13den Maart 1880.
Naar luid van art. 13 der Verordening, regelende den werk
kring der Commissie van bijstand in het beheer van het Ge-
meente-Gasthuisheeft zij de eer hierbij verslag uit te brengen
nopens den toestand van het gesticht over 1879.
Met leedwezen zij herinnerd aan het besluit van Professor
Evers tot het bedanken voor het lidmaatschap der Commissie.
Niet alleen zijne veelzijdige bekwaamheden als deskundige
maar vooral ook het juist begrip van de wijze van vervulling
zijner betrekkingdeden de genomen beslissing zeer betreuren.
In zijne plaats werd voorzien door de benoeming van Dr. H.
C. Kirs.
De tijdelijke behandeling der zieken door de heeren doctoren
C. V. van Valkenburg en H. A. M. van Walcheren aan
gevangen in October 1878 na het overlijden van den Geneesheer-
Directeur Dr. J. Hoogkamer werd door beide heeren steeds
met zorg en naauwgezetheid voortgezetdoor den eerste tot
Maartdoor den laatste tot Februarij 1879. Hunne welwillende
optreding zal voortdurend gelijk hun schriftelijk werd te kennen
gegevenin dankbare herinnering blijven.
Voor de vervulling der opengevallen betrekking van Geneesheer-
Directeur werd door den Raad benoemd Dr. G. P. van Tienhoven,
Adjunct-Inspecteur voor het geneeskundig Staatstoezigt in Utrecht
en Gelderland wonende te Arnhem.
In die benoeming mogt de Commissie zich ten hoogste ver
heugen vermits de heer van Tienhoven vroeger als zoo
danig aan de inrigting verbonden geweestaldaar door zijn
ijver en veelzijdige verdiensten had uitgeblonken en dus geene
benoeming welkomer kon wezen dan de zijne.