11
Wij laten hier verder volgen een staat der gemeente-
schulden
wordende hierbijwat het genoemde dienstjaar be
treft, verwezen naar de staten A en B (bijlagen 13 en
14)houdende afzonderlijke vermelding van den aard
der ontvangsten en der uitgaven.
Van bovengemeld saldo werd ten bate der dienst
1879 beschikt tot een bedrag van ƒ145,583.75', terwijl
het restant ad 72,436.35 ten goede kwam aan de
dienst 1880.
Volgens de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde
begroeting (art. 207) voor het dienstjaar 1880, is het
geraamd bedrag der
ontvangsten 3,281,278.265
en de uitgaven- 3,281,278.26s
Batig saldo Nihil.