r 20. t I De Afdeeling voor betalende lijders en lijderessen was door gaans geheel ingenomen. Hierdoor ook was uitbreiding van het bij dag of nacht dienstdoend personeel dikwijls noodig. Dooi de verandering in de vertrekken van den vroeger inwonend en Geneesheer-Directeur werd de gelegenheid geopend en ook reeds meerdere malen gebruikt voor de verpleging van vrouwen in de eerste klasse. Een ander deel dezer vertrekken werd ter bewoning gegeven aan éénen Hulpgeneesheer, terwijl schuins tegenover deze woning de slaapkamer is van zijn ambtgenoot, die het reeds vroeger voor den Hulpgeneesheer bestemde vertrek als woonkamer heeft. De slaapkamers van beide Geneesheeren zijn door electrische schellen met de corridors der ziekenzalen verbondenwaardoor bij eventuëele behoefte aan hunne diensten gedurende den nacht het niet noodig is, dat de wachthebbende oppasser of oppasseres zich lang noch ver verwijdere van de hulpbehoevende zieken. Op de chirurgische zalen, waar de electrische schellen niet gevonden worden is de behoefte daaraan meermalen gevoeld. In de huishouding, waar de Huismeester-Boekhouderbijge staan door zijne ijverige echtgenoot een uitnemende en trouwe hulp was, werd de wasch-inrichting veranderd in een verblijf- en slaapkamer voor de huisknechts en den machinist. De slaapkamer voor de oppassers werd van gasleiding voorzien. Het overig gedeelte van de inrichting werd op de gewone tijden en wijze gewit of anders in goeden staat gehouden. In de linnenkamer had geene verandering plaats. In de tweede Afdeeling evenmin. De levering der levensmiddelen had op de aangewezen tijd stippen en in het algemeen naar genoegen plaats. Minder geregeld was de levering der steenkolen. Hierover is door mij met den leverancier in overleg getreden, dat ook daarna deze vermelding niet overbodig maakt. Bij het einde van het jaar bestaat het personeel der beambten en suppoosten uit 1 uitwonend geneesheer (belast met de directie) 2 inwonende hulpgeneesheeren

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1879 | | pagina 197