22. ijverig medelid Dr. J. Th. Mouton toch verklaarde zichop daartoe ingevolge besluit uwer vergadering tot hem gerigt ver zoek, bereid de Vereeniging in kennis te stellen met den uitslag van de door hem sedert 1875 verrigte chemische onderzoekingen van levensmiddelen, en van het door hem op verschillende plaatsen der «tad in te stellen chemisch onderzoek van het duinwater. De resultaten daarvan zijn vervat in Bijlage A. Ten einde het publiek zooveel mogelijk tegen bedrog te vrijwaren, werd tevens besloten van af het jaar 1880 elke drie maanden aan die onderzoekingen door het plaatsen van advertentiën in de dagbladen openbaarheid te geven. Eenheid in en geregelde voortzetting van het onderzoek naar de gesteldheid der woningen binnen de gemeente zijn als onmis bare vereischten te beschouwen om deze werkzaamheid voort durend vruchtdragend te maken. Aan deze eischen intnsschen konden de tot nu ingestelde onderzoekingen met hoeveel ijver en naauwgezetheid zij ook door een groot aantal uwer werkende leden gedurende geruitnen tijd waren verrigt niet geacht worden ten volle te voldoen. Eene meer doeltreffende regeling van dit onderwerp werd derhalve wenschelijk geacht. Tot dat einde werd in uwe vergadering van 15 April 11. besloten tot het aanstellen van twee beambten, aan wie tegen een vast honorarium de taak zou worden opgedragen om dat onderzoek geregeld voort te zettendaarbij bijzonder de aandacht te wijden aan die plaatsen, waar de inrigting der woningen niet gunstig bekend staat, en om van dat onderzoek volgens vast te stellen tabellen rapporten in te leveren. Kon op deze wijze de taak der werkende leden aanmerkelijk worden verligthet lag geenszins in de bedoeling ten deze hunne zeer gewaardeerde medewerking uit te sluiten. De voor dit onderzoek bestaande subcommissiën w'orden dan ook gehandhaafd. Aan haar werd bij bovengenoemd besluit de controle over het onderzoek der bezoldigde beambten in hare respectieve wijken opgedragen, terwijl aan deze be ambten ook de verpligting zou worden opgelegd omzoodra zij plaatsen aantreffen die naar hun oordeel ongezond of ongeschikt voor bewoning zijn, daarmede onmiddellijk de commissie in

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1879 | | pagina 203