1
22.
g
r I r—r I r~i
Spuitwater. 3 monsterswaarvan
Ezelinnemelk. 2 monsters voldoende.
Vrouwemelk.
3 monsters, voldoende.
3.—
2.28
2.63
Casein
0.73
0.7
0.62
0.67
0.83
0.99
13.—
20.—
10.—
8.—
6.—
5.—
13.—
10.—
8.—
11.—
2.85
13.43
5.36
11.4
2.3
1 zuiver.
2 met tin verontreinigd.
1.0347
10.08 11.76 12.26
3.64
Asch
Suiker.
Roomafscheiding
11.3
2.62
1.33
0.72
2.82
2.71
Melk. Koemelk. 21 monsters, waarvan 10 voldoende.
11 onvoldoende.
13.18 11.8
3.77
3.35
0.64
De vrouwemelk werd onderzocht met het oog op de voldoende
voeding van den zuigeling.
Het resultaat der koemelkanalysendat niet weinig medewerkte
tot de oprichting der melkinrichting, laat ik hieronder volgen:
1.032 1.032 1.032 1.032 1.035 1.030 1.025 1.030 1.035 1.030.
11.0305 1.033
10.6
2.88
Duinwater. 49 monsterswaarvan 42 zuiver.
3 vuil door ijzerdeelen uit de pijpen.
4 met een uiterst gering spoor lood.
Dit spoor lood werd in 1876 gevonden. Onmiddellijk daarop werd
door de gezondheidsvereeniging het duinwater herhaaldelijk onder
zocht, en toen het verschijnsel zich daarin niet meer vertoonde, is
hieraanom het publiek niet noodeloos te verontrustengeene publi
citeit gegeven.
De noodzakelijkheid, om geene andere dan inwendig goed vertinde
buizen te gebruiken, is daaruit op nieuw duidelijk gebleken.
Regenwater. 45 monsters, waarvan 12 zuiver.
8 met zink verontreinigd.
25 onrein door vuil van het dak
of uit den bak.
Spec, gewicht.
id. na afrooming.
Vaste stof.
Vet