24. In den aanvang van den zomer werd de Plaatselijke School commissie door Burgemeester en Wethouders geraadpleegd over de vraag, of het den hoofdonderwijzer der school in de Noord- straat zou kunnen worden vergundkinderen van te Scheveningen verbluf houdende badgasten tijdelijk op de school toe te laten. Tegen het verleenen dier vergunning in algemeenen zin bestond bij de Commissie, evenals bij den hoofdonderwijzer zelven, wel eenige bedenking, uit hoofde van de belemmering, die zoodanige tijdelijke toelating noodwendig in meerdere of mindere mate op ingerigt op de wijzewaaraan de Commissie de voorkeur meende te moeten geven. Toen nu hetzelfde stelsel van boven elkander geplaatste lokalen bleek te zijn gevolgd bij het ontwerpen van het bouwplan voor eene school voor onvermogenden in de Duin straat te Scheveningen, zonder dat de bezwaren, door de Com missie tegen dat stelsel aangevoerd, waren wederlegd, meende zij die bezwaren nog met te meer kracht dan ten aanzien der school te ’s Hoge te moeten handhaven, wijl voor die te Scheve ningen de quaestie van den prijs van het benoodigd bouwterrein uit den aard der zaak nog minder dan voor de Haagsche school behoefde te wegen. Het is der Commissie gebleken, dat het Gemeentebestuur bij zijne zienswijze is blijven volharden. De nieuwe school voor meer uitgebreid lager onderwijs in de Noordstraat te Scheveningen beantwoordt volkomen aan de verwachting en mag voorzeker als voorbeeld worden aangehaald van hedendaagschen welligt wat al te weelderigen schoolbouw- trant. Sedert September jl. is de schoolwaaraan aanvankelijk zes hulponderwijzers of hulponderwijzeressen werkzaam waren in zeven klassen verdeeld. De reeds zoo lang gewenschte afscheidingen in de lokalen der school voor minvermogenden in de Badhuisstraat zijn voor het loopende jaar toegezegd, waardoor het bezwaar, dat drie afdeelingen in één en hetzelfde lokaal vereenigd zijnzal worden opgeheven. Over de steenen vloeren wordt door den hoofdonder wijzer zeer geklaagd, daar hij ze te Scheveningen als nog na- deeliger voor de gezondheid dan te ’s Uiige beschouwt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1879 | | pagina 239