24. komen te vervallenals behoorende tot die verordeningenwelke volgens art. 73 der wet van 1857 hare wettelijke kracht hebben verloren. Hiertegen werd opgemerkt, dat het bewaarschoolregle- ment, op wettige wijze tot stand gekomen, niet strijdt met eenige bepaling der wet op het lager onderwijs, ja zelfs een onderwerp buiten den kring van dat onderwijs behandelten dat het bovendien niet op den weg kon liggen der Plaatselijke Schoolcommissie, aan een Reglement, waarvan de wettigheid gedurende 25 jaren nimmer in twijfel is getrokken, thans op eenmaal regtskracht te ontzeggen en zoodoende de bewaarscholen plotseling te brengen in een toestand van volslagen ongeregeldheid. Mitsdien werd door de Commissie besloten, het Reglement van 1854 als voortdurend van kracht zijnde te blijven erkennen. Aan deze eerste vraag had zich intusschen een tweede vast geknoopt, nl. deze, of de regtsgeldigheid van het Reglement eenmaal aangenomen zijnde, het ook wenschelijk zou kunnen zijn, wijziging te brengen in den omvang en in de wijze van afnemen van het in art. 10 van het Reglement bedoelde examen. Met betrekking tot deze vraag kwam de Commissie tot het besluit dat de quaestie, of de examens wel in al de bij het Reglement voorgeschreven vakken en in geene andere worden afgenomen, niet met al te groote angstvalligheid moet worden beantwoord, maar dat daarbij rekening dient te worden gehouden met de eischen des tijds; dat het daarentegen wenschelijk en ook ge makkelijk uitvoerbaar is, den uitslag van het examen in het vervolg terstond na het afleggen daarvan aan de candidaten mede te deelen. In verband hiermede werd door de Plaatselijke Schoolcommissie besloten, dat de subcommissie uit haar midden, te wier overstaan het hierbedoeld examen wordt gehouden voortaan zal bestaan uit drie leden, aan wie de bevoegdheid zal zijn toegekend, namens haar omtrent de al- of niet-toelating der candidaten uitspraak te doenen tevensdat in de maand Maart van elk jaar de dag, waarop het examen zal worden gehouden zijnde gewoonlijk de tweede Dingsdag in Mei door middel eener advertentie in sommige nieuwsbladen ter alge- meene kennis zal worden gebragt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1879 | | pagina 248