L 26. r. DirecteurJ. Ph. Koelman. De Academie van beeldende kunsten. Aan belangstelling in de nieuwe hoogst nuttige inrigting ont brak het dus niet bij hen, voor wie zij bestemd was. Er is echter nog belangstelling van anderen noodigzal die inrigting werkelijk op den duur in de behoefte voorzien. Bij de keuze van de bemanning der schepen wordt zelden of nooit op kennis gelet. Het is te vreezen, dat deze geringschatting op den duur ontmoedigend zal werken. Deze hoogst nuttige instelling blijft den steun van velen ndervinden. Telken jare neemt het aantal leerlingen toeen ware de localiteit niet zoo beperktdan zou dit zeker nog meer het geval zijn. Bij voortduring moeten leerlingen worden af gewezen, omdat het onmogelijk is hun plaats te verschaffen. Moge aan de hierover reeds zoo dikwerf geuite klagten eindelijk eens een einde komen en de Raad van Bestuur in de gelegenheid gesteld woiden om aan het onderwijs de noodige uitbreiding te geven. Gedurende den afgeloopen cursus werden de hulpmiddelen voor het onderwijs belangrijk uitgebreid. Verschillende boek werken en ornamenten weiden aangeschaft en de pleister-ver zameling aanmerkelijk vermeerderd. De cursus voor het verkrijgen van eene acte voor het mid delbaar onderwijs blijft steeds in leerlingen toenemen. Zelfs heeft men het toelaten van nieuwe leerlingen eenigzins moeten beperken wegens gebrek aan voldoende ruimte. De wintercursus 1878/79 werd door 402 leerlingen bezocht. Van deze waren 267 betalbnde leerlingen, 71 werden voor rekening van leden tot de lessen toegelaten en 64 onvermogenden ontvingen gratis onderwijs. De cursus voor vrouwelijke leerlingen bestond des winters en zomers uit 53 leerlingen, B. BIJZONDER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1879 | | pagina 307