26.
timmerlieden
smeden
meubelmakers
beeldhouwers
schilders
51
9
9
4
7
Totaal 80
Bij he(t in April gehouden overgangs-examen werden bevorderd:
tevens aan de leeraren L. van deb Tas en J. de Gou eervol
ontslag verleend en in hunne plaats aangesteld de heer E, M.
van Soest die met het onderrigt in de vakken van lager
onderwijs belast is. Tevens werd eene naauwere verbinding
van de verschillende teekenvakken tot stand gebragt, met dien
verstandedat deze nu aan alle klassen en in alle vakken te
gelijkertijd onderwezen worden. Hiermede ging eene uitbreiding
van den werkkring van alle practische onderwijzers en eene
verhooging van hunne jaarwedden vergezeld, tevens werd het
meubelmaken en beeldhouwen aan één onderwijzer opgedragen
en de heer Middelbaad, vroeger met het onderwijs in het
meubelmaken belast, eervol ontslagen. Aanvankelijk schijnt deze
reorganisatie aan het beoogde doel te beantwoorden.
In het aantal leerlingen valt geen vooruitgang waar te nemen.
In December bedroeg het 80 tegen 89 in 1878 en 94 in 1877.
Vooral is het tusschentijds verlaten der school te betreuren.
Van Mei tot December vertrokken niet minder dan 18 leerlingen
en wel hoofdzakelijk om te gaan verdienen. De maatregelen
door het Bestuur genomen om dit kwaad zooveel mogelijk tegen
te gaan schijnen niet veel te baten. Misschien zal het voorbeeld
van hendie na het afloopen van den cursus met een diploma
de school verlaten en in de maatschappij goed geplaatst worden,
hierop meer invloed uitoefenen.
Van de 80 leerlingen zijn 41 in de le klasse (die in twee
afdeelingen gesplitst is), 19 in de 2e en 20 in de 3e klasse
geplaatst.
Volgens het door hen gekozen beroep zijn zij verdeeld als
volgt