28. 1 eene Instructie voor den Amanuensis van het gymnasium te >s Gravenhage. Nog werden door Curatoren den llden October vastgesteld: Bepalingen nopens de schoollucht voor het gymnasium te ’s Gravenhageter uitvoering van artikel 28 der organieke Verordening van 12 Juli 1878, n°. 461 en wel, gelijk dit artikel voorschrijft, in overleg met den Rector; en voorts, ter uitvoering van artikel 36 dier Verordening: Bepalingen omtrent de prijzen en getuigschriften voor het gym nasium te ’s Gravenhage. Hiermede is het samenstel Verordeningen, Instruction, Regle menten en Bepalingen voltooid, dat het uitvloeisel is van de invoering der wet op het hooger onderwijs en van de daaruit voortvloeiende organieke Verordening tot regeling van het gymnasium der gemeente’s Gravenhage, n’. 461. Wij veroorloven ons in eene Bijlage II een systematisch overzicht van dat samen stel te geven. De bepalingen omtrent de schoollucht zijn dezelfde als die, welke onder de werking der vorige organieke Verordening van kracht warendaarentegen gaan de bepalingen omtrent de prijzen en getuigschriften van een nieuw beginsel uit. Voortaan zal aan de leerlingen, die tot eene hoogere klasse of tot de Universiteit worden bevorderd, wegens groote en aanhoudende vlijt een prijs of getuigschrift worden toegekend, mits zij zich door hun gedrag deze onderscheiding niet onwaardig hebben gemaakt. Met andere woorden: leerlingen, die overgaan en zich waardig gedragenzullen een prijs erlangen wegens groote en aanhoudende vlijt, ook al behooren zij, om welke reden dan ook (bij voorbeeld om minderen aanleg of tijdelijke afwezigheid wegens redenen van gezondheid) niet tot de eersten der klasse. Van de invoering dezer nieuwe bepalingen is door den Rector aan ouders of voogden van alle leerlingen kennis gegeven. II. Bij missive van 29 November 1879 hadden wij de eer aan Uwe vergadering uitvoerig gemotiveerde voorstellen te doeu aangaande eene herziening der jaarwedden van de aan het gym nasium verbonden leeraren.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1879 | | pagina 318