29. dien cursus het toelaten van nieuwe leerlingen heeft moeten beperken. Had men de vrije beschikking over het gansche ge bouw dan zou bovendien de cursusbijna uitsluitend opgericht voor hen, die zich voorbereiden tot het afleggen der examens tot verkrijging eener acte van bekwaamheid voor het middel baar onderwijs in het handteekenenrechtlijnig teekenen en het boetseerenvollediger kunnen worden. Het was dan ook voornamelijk met het oog op dien cursus, dat de Raad in het afgeloopen voorjaartoen de tijdelijke beschikking over een paar zalen voor het houden eener tentoonstelling gevraagd werdaan het Gemeentebestuur zijne ernstige bezwaren daartegen inbracht. Wanneer men nagaat dat de zomercursus gemiddeld uit 70 leerlingen bestaat en die van het middelbaar onderwijs allengs geklommen is tot 40 a 50 leerlingen, die, naarmate hunner studiöa, in verschillende localen verdeeld zijn, dan springt het in het oog, dat het ontberen van eene of meer zalen onmid dellijk stoornis en ongerief teweegbrengt. Tengevolge van de steeds toenemende uitbreiding van ge noemden cursus voor het middelbaar onderwijs, werd nauw lettender toezicht op die afdeeling wenschelijk. Die cursus bestaat uit mannelijke en vrouwelijke leerlingen van 16 tot 30 jaren toe, en ofschoon verreweg de meesten met ernst studeeren en rustig doorwerken, liet toch nu en dan de goede orde te wenschen over. Te eerder was dit het geval, daar de Directeur slechts twee- of driemaal per week dezen cursus bezoekt, en de jongeliedenvoldoende geoefend om zonder den voortdurenden bijstand van een leeraar met hunne studiën voort te gaan, overigens aan zich zelven waren overgelaten. Aan dien toestand meende de Raad een einde te moeten maken door het benoemen van een administrateur, die het grootst ge deelte van den dag in de Academie vertoeft, de verschillende localen bezoekt, voor de goede orde waakt, en tevens belast is met het beheer der Bibliotheek. Deze betrekking heeft de Raad in Juni jl. voorloopig opgedragen aan den heer Revaud, gepensioneerd kapitein van het O. I. leger. Naar de aanvankelijk verkregen uitkomsten te oordeelen,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1879 | | pagina 337