50. geweestdoordien het werk van den arbeidenden standminder dan anders, kon worden voortgezet of vroegtijdig aangevangen. Hierdoor zagen sommigen zich verpligt tot het vragen van onderstand, dien zij vroeger konden ontberen. Tevens moet hier in aanmerking worden genomendat de gemeentemet eik jaar hare bevolking ziet toenemen. Nog mag wat Scheveningen betreft niet worden voorbij gezien, dat de niet gunstige uitkomsten der visscherij in 1878 van geen onbeteekenenden invloed zijn geweest op de daarmede in betrekking staande bedrijven en op het cijfer der aldaar tijdelijk bedeelden, waardoor een 26tal gezinnen meer dan den vorigen winter, gedurende eenige weken, moesten worden ondersteund. Intusschen heeft een en ander niet ten gevolge gehad, dat de kosten wegens onderstand hooger zijn geloopen dan de vorige jaren; integendeel, de uitgaven te dier zake bleven niet alleen beneden het bedrag der ramingmaar waren zelfs minder dan vorige rekeningen aanwijzen. Tot de vermelding overgaande der gewone opgaven, vestigt het Armbestuur de aandacht op het navolgende: Bij de eerste uitdeeling in Januarij 1879 wees de lijst der bedeelden een cijfer aan van 474 gezinnen, nitmakende 989 personen, destijds gezamenlijk bedeeld met ƒ318.60 in geld en 588 brooden ’sweeks, benevens 167 portiën spijs daags, eene geldswaarde vertegenwoordigende van ƒ90.545, hetgeen bij omslag den onderstand voor ieder gezin destijds ongeveer 99 cents ’s weeks doet bedragenen tevens aangeeftdat er toen op die zoogenaamde vaste lijst, 13 gezinnen minder werden bedeeld dan bij de eerste uitdeeling in 1878. Tevens hadden als gewoonlijk in het wintersaisoen verstrek kingen plaats van hemdendekensstroo en stroozakkenen uitsluitend te Scheveningen, ook van mansbroeken, vrouwen rokken kousen en klompenwelke laatste voorwerpen echter in een van jaar tot jaar verminderd aantal worden uitgedeeld Ook worden aan elk der gezinnen in den wintertijd eenige brandstoffen uitgereikt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1879 | | pagina 351