56.
5.
BEHOEFTE AAN VERBETERING.
Ook hier kan het herinneren aan wat reeds herhaaldelijk is
opgemerkt niet overbodig zijn, het is dat, na de in het oog
Er is hier slechts te herhalen, wat bij vroegere gelegenheid
reeds is opgemerkt, namelijk, dat ondanks het veelvuldig mis
bruik dat van de beleenbank gemaakt wordt, die instelling
toch nog altoos de nuttige strekking blijft behouden van aan
tijdelijk verlegen personen, vooral den klein-handelaarseen
gereed middel te verschaffen om zichzelven te kunnen helpen.
vermits de opgenoemde verschillen meer tot de gewone variation
behooren. Nog altoos blijft het verschijnsel aanhouden van de
nog immer aangroeijende massa der telkens terugkeerende week
panden, meestal het geheele jaar door, waarvan het aantal tot
op circa 2/5 gedeelten van het geheele getal opklom: een feit dat,
over het algemeen genomen, minder aan werkelijke behoeften,
dan wel aan een tot verslaafdheid toe ligtzinnig gebruik der
beleenbank, bij zoo veelvuldige gelegenheid tot geldverspilling
bij de mindere standen (met name vooral het drankgebruik)
is toe te schrijven.
Wat de ontvangen interessen betreft de geloste en ver
kochte panden bijeen genomen kwam over 1879, vergeleken
met het vorige jaar, een verschil in minder bedrag voor van
ƒ220.125 wat tegenover het vermeerderd bedrag der geloste
panden almede aan het toenemend getal van telkens terug
keerende kortstondige beleeningen was toe te schrijveneen
verschijnsel dat voldoend verklaard wordt door het uiterst ge
ringe bedrag van een halve cent per week voor het enorm
getal kleine pandenwaarvan de beleensom 4.niet te
boven gaat. Meermalen werd bij het opmaken der tabellen op
die voor de klasse van langdurige beleeningen ongunstige ver
houding gewezen, ook nadat het tarief voor interest-berekening,
vergeleken met al de overige banken van Leening, te ’s Graven
hoge zoo laag mogelijk gesteld was (98 en 7 ten honderd ’sjaars).
4. TOEPASSING EN WERKING.