56.
I
6.
Bank van Leening te dezer stede kan van het
van verbeteringen eerst sprake zijn, wanneer tot
MIDDELEN DIE TOT VERBETERING ZOUDEN
KUNNEN LEIDEN.
loopende verbeteringen van het vervangen der inbrengers door
hulpkantoren, de behoefte nog altoos blijft bestaan aan eene
van Leening, o. a. wat betreft
het onvoorwaardelijk kosteloos
ver-
Voor de
aanbrengen
herziening van het reeds sedert 1832 bestaande reglement worde
overgegaan. De behoefte aan eene zoodanige herziening doet
zich ook voor deze Bank meer en meer gevoelen.
wettelijke regeling der banken
de schade en het gevaar, aan
afgeven van de in de Bank beleende gestolen goederen
bonden.