F 59. J 6 4 in den toestand, uitgaande van Noord-Amerika, en stijging van alle prijzen bleef tot aan het einde des jaars aan de orde van den dag. De hier gevestigde fabrieken gevoelden ten deele den invloed van deze lusteloosheid. De ijzergieterij van de firma L. J. Enthoven en Co. had het geheele jaar door druk werk; het verbruik van gietijzer bedroeg 4800 ton en van cokes 1000 ton. Daarentegen was het werk aan de koper- en loodpletterijen en de verdere onderdeden van dit uitgebreid établissement, inzonderheid tegen ’t einde van het jaar, bijzonder schaarsch. De ijzergieterij en fabriek van sloom- en andere werktuigen „de Prins van Oranje” hadde buitengewone tijdsomstandigheden in aanmerking genomeneen gunstig verloop. De wijze, waarop door haar stoomgemalen worden vervaardigdgaf haar bij ver nieuwing een bijzonder goeden naam. Haar verbruik stond on geveer gelijk met dat van ’t vorig jaar. De fabriek van metaalwerken van de firma W. Slotboom Zoon gaat steeds vooruit,- dank zij haar buitengewoon solied werk en kundige directie. De kleinere inrigtingen, zooals die van L. Franses Zoon, W. H. J. Ruitman, A. A. de Groot, weduwe P. Sterkman Zoon, werkten naar omstandigheden met gunstig resultaat en streefden loffelijk om op de hoogte van den tijd te blijven. Eerstgenoemde firma ontwierp en vervaardigde voor een der buitenlandsche hoven een kagchel, die uitmunt door vorm en deugdelijkheid en waardoor zij haar naam op dit gebied voor goed heeft gevestigd. Haar fabrikaat van brandkasten onderscheidt zich eveneens door deugdelijkheid van gehalte. In de Rijksgielerij van bronzen geschut ontstond geen noemens- waardige verandering; in afwachting van den uitslag van onder handen zijnde proeven met kanonnen, van staalhard brons ver vaardigd, was er zelfs vermindering van werk, waardoor de werktijd op 10 uren daags werd teruggebragt. De werktuigen werden vermeerderd met twee zware kanonboorbanken en eene kleine boormachine, te Chemnitz vervaardigd; in verband daar-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1879 | | pagina 403