59.
VIII. INRIGTINGEN IN VERBAND MET HANDEL EN NIJVERHEID.
Nederlandsch-Jndische spoorwegmaatschappij. De toestand dezer
gerief en het nadeel van verpligte overlading aan het station
van den Rijnspoor.
Algemeene Nederlandsche gaz-verlichling en verwarming-maal-
schappij. De gazfabrieken te EindhovenStratum en Beverwijk
alsmede de openbare verlichting in deze gemeenten werden aan
merkelijk uitgebreidde kosten van deze werken konden uit
de bruto ontvangsten worden bestreden. Het aantal gazver-
bruikers bedroeg aan het einde van het boekjaar 1800 met
4,6 pet. meer dan aan
Billilon-maatschappij. Bij het sluiten van het boekjaar 1878/9
waren 89 mijnen in bewerkingwelk getal bij den aanvang van
het boekjaar 1879/80 met 1 vermeerderde, die in het district
Dindang geopend werd.
De tinproductie uit 81 mijnen bedroeg 93,495 picols of ruim
51 pet. meer dan de vorige oogst. De hoedanigheid van het
product gaf nergens tot aanmerkingen aanleidingen wordt
door den handel allengs meer gewaardeerd.
Gemiddeld bedroeg de sterkte 4234 arbeiderswaarvan 3565
in bepaalde mijnen waren ingedceld. Ook thans was de gezond
heidstoestand zeer gunstig, en de sterfte 1.37 pct. van de sterkte.
Van de 58 overledenen stierven er 24 in de hospitalen en 34
in de mijnen.
In de 6 tweemaandelijksche veilingente Batavia gehouden
werden 67,415 picols verkocht; de middenprijs was ƒ40.89,
tegen ƒ42.83 in het voorafgaand boekjaar.
Dank zij de vele voorspoedige verschijnselen, die het boekjaar
1878/9 opleverde, beliepen de productiekosten slechts ruim 27
per picol. Deze omstandigheid gevoegd bij den buitengewoon
rijken oogst, liet de uitkeering van een dividend van 86
per aandeel toe.
van
16,603 pitten, of respectivelijk 2,1 en
het einde van het boekjaar 1877/8.