42 b. De begraafplaatsen van kerkgenootschappen en bijzondere personen ondergingen in het afgeloopen a. Omtrent den toestand van de wegen van polder besturen, corporation en andere bijzondere persönen, is over het algemeen niets belangrijks op te merken zij zijn vermeld in den legger der wegen en voetpa den in bijlage 18 achter dit verslag. De quaestie omtrent de Laan van Meerdervoort, die in het verslag over 1878 eenigzins is uiteengezet, werd beslist bij Koninklijk besluit van 12 February 1879 (Staatsblad n°. 32) in dien zindat het besluit van den Gemeenteraad, waarbij de laan van den legger werd afgenomen, vernietigd is op grond, dat niet vooraf door den Raad ingevolge art. 230 der Gemeentewet een besluit genomen was, waarbij deze weg verklaard werd niet meer tot de openbare dienst bestemd te zijn. Op verzoek van Baron d’Yvoy van Mijdrecht, namens H. K. H. de Groothertogin van Saxen-Weimar-Eisenach gedaanis daarop door den Raad op 9 Junij 11. besloten om den nieuwen straatweg leidende van de Laan van Meerdervoort naar de Beeklaan in eigendom over te nemen, waarna betrekkelijk den ouden weg de ver klaring bedoeld in art. 230 werd afgelegd. Eindelijk is door den Raad op 2 December besloten om het.gedeelte der Laan van Meerdervoort langs de hofstede van dien naam ook voor de Gemeente over te nemen, zoodat thans geen bezwaar meer schijnt te bestaanom aan de toezegging, gedaan bij besluit van 24 Augustus 1876, te voldoen door den bedoelden wegdie ingevolge het Koninklijk besluit op nieuw op den legger is gebragt, daarvan af te nemen. C. WERKEN, NIET AAN DE GEMEENTE BEHOORENDE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1879 | | pagina 48